Vissen voeren
Vanaf de eerste pagina's zat ik helemaal in het verhaal van de negentienjarige Fiorenzo.
'Ik heb een schitterend boek gelezen. De schrijver is de jonge Fabio Genovesi, het is een roman met de titel Vissen voeren.' - l'Unitá

De hoofdpersoon in het boek is de negentienjarige Fiorenzo. Hij komt uit Muglione, een klein dorpje in Toscane. Het is een plek van werkloosheid, alcoholisme en stilstaand water.
Fiorenzo vindt zichzelf een sukkel. Galileo Galilei, die uit de streek van Pisa kwam, 'was echt een sukkel', zegt Fiorenzo. 'En ik ben nog erger'. Toen hij veertien was, verloor hij zijn rechterhand bij een ongeluk met een zelfgemaakte bom van rotjes. Vandaar. Fiorenzo was rechts, nu is hij links. Hij leert al vlug dat 'wat je niet hebt veel zwaarder telt dan wat je wel hebt'.
Hij verloor al jong zijn moeder. Zijn vader heeft een hengelsportwinkel, is ex-profwielrenner en coacht de plaatselijke jonge wielrenners.
Fiorenzo was een jonge wielrenner...tot hij met het ongeluk zijn rechterhand verloor. Zijn vader, Roberto, die bezeten is van wielrennen ontdekt Mirko, een beloftevolle jonge wielrenner, die hij als zijn pupil onder zijn hoede neemt. Vanaf dan gaat het snel slechter tussen vader en zoon. Roberto neemt Mirko in huis. Fiorenzo is woedend. Hij loopt weg van huis en gaat in de hengelsportzaak van zijn vader wonen. Hij begint te spijbelen van school en gaat dan vaak gaan vissen, zijn punten op school zakken en hij droomt van grote successen als heavy metal-zanger bij zijn band Metal Devastation. Mirko zoekt contact met hem maar Fiorenzo wil niets met hem te maken hebben.
Daarna ontmoet hij Tiziana, een tweeëndertig jarige jonge vrouw. Ze heeft een master in Human Resources Management gevolgd in Berlijn. En is teruggekeerd naar haar geboortedorp Muglione. Ze wil het dorp helpen ontwikkelen en leidt een Jongereninformatiecentrum waar alleen de bejaarden van Muglione naartoe komen. Fiorenzo en Tiziana krijgen een relatie.
In het boek komt het leven van de hoofdrolspeler Fiorenzo Marelli samen met de levens van Mirko Colonna en Tiziana. Tiziana die verliefd wordt op de onvolwassen puberale Fiorenzo en een relatie begint en Mirko die verlangt naar de vriendschap van Fiorenzo maar Fiorenzo haat hem en kan hem niet horen of zien.
Het boek is ingedeeld in verschillende korte hoofdstukken en met veel humor geschreven.
Wanneer het over Fiorenzo gaat, is het hoofdstuk geschreven in de ik-persoon, wanneer het over Tiziani gaat, gebruikt de schrijver de jij-vorm en voor Mirko de hij-vorm. Dat is wel geestig en leuk om te lezen. Zo blijft het boeien.
Fiorenzo is voor zijn negentien jaar nog zeer puberaal en onvolwassen. Hij wil macho over komen en stoer doen maar worstelt met zichzelf en is behoorlijk onzeker. Ook Tiziana komt voor haar tweeëndertig jaar nog onvolwassen en onzeker over. De jonge Mirko is ook vrij oppervlakkig. Het verhaal is voorspelbaar. Wat betreft diepgang bleef ik wat op mijn honger zitten. Verwacht geen diepgaande personages die zich verder ontwikkelen en groeien. Wel een mooi en leuk verhaal om te lezen.
Het boek eindigt als Fiorenzo dertig jaar is.
Doelgroep
Dit boek zal vooral young adults bekoren.

Boekfragment
'Ik glimlach, kijk om me heen ... We zijn alleen, zij en ik, het is al bijna negen uur en zo meteen wordt het donker, dus we zijn een man en een vrouw alleen in een huis, en we zijn geen vrienden, we zijn geen familie, we zijn nergens collega's van. We zijn een man en een vrouw en we hebben maar één reden om hier te zijn, lijkt mij. ... ik ben één stap van haar af, als ik mijn hand uitsteek raak ik haar aan.
Ik luister naar ze en ik zou heel graag willen antwoorden: 'Ja, hier ben ik dan, ik kom eraan,' mijn ogen dichtdoen en me op haar storten en allerlei dingen doen. Maar ik heb er geen ervaring mee, ik weet niet eens hoe ik zou moeten beginnen.
Want het is heus niet makkelijk, hoe maak je die klik van het normale leven naar seks? ... Er moet iets tussenin zitten, ik weet niet, een overgangsfase.
Bij een goed nummer bijvoorbeeld ga je echt niet in één keer over van het couplet naar het refrein. Dat zou nergens op slaan, je hebt een crescendo nodig dat je grijpt en je mee omhoog voert naar het refrein, dat zich kan ontladen zolang het wil. Die crescendo noemen ze de bridge, de brug dus, want het is een brug van de normale wereld van de coupletten helemaal naar het paradijs van het refrein, waar de muziek veel harder en bombastischer klinkt zodat die nog heel lang in je hoofd blijft hangen.
Maar hier, met Tiziana die voor de oven gebukt staat om de rijstsalade op te warmen, heb ik geen idee waar mijn bridge is. Ik zie hem niet, ik voel hem niet, moet ik er dan maar van uitgaan dat hij niet bestaat? Misschien is het net als bij de meest geniale bands zoals Black Sabbath of Motörhead. Die hebben er schijt aan om de dingen geleidelijk op te bouwen, ze volgen de regels niet en maken fantastische nummers die recht hun eigen weg volgen zonder bridge en zonder tussenwegen. Dus ik volg gewoon recht mijn eigen weg, ja, ik ben de zanger van Metal Devastation en niemand kan me tegenhouden!'